Dit feest heeft betrekking op de reiniging en nieuwe inwijding van de tweede tempel. In Johannes lezen we dat Jesjoea tijdens dit feest in de tempel was. Johannes 10:22-23 “En het was het feest van de inwijding van de tempel in Jeruzalem, en het was winter. En Jezus liep rond in de tempel, in de zuilengang van Salomo.

We kunnen het verhaal van de opstand, herovering en reiniging van de Tempel lezen in de Makkabeeën brieven (zgn. apocriefe boeken). Zeer inspirerende boeken en de moeite waard om ze te lezen. Het verhaal gaat in het kort zo: 

Na de dood van Alexander de Grote werd zijn rijk in stukken verdeeld onder zijn vier generaals, Generaal Ptolemeüs kreeg Palestina en Egypte. Onder zijn bewind werd het Hellenisme verder uitgebreid en werd steeds belangrijker in het gebied. Een groot deel van Juda had daar geen problemen mee en nam steeds meer zaken vanuit die afgoderij over. Steden werden in Griekse stijl gebouwd, er kwamen sportscholen en de verering van het lichaam werd steeds belangrijker. Een Joodse priester genaamd Jezus liet zich zelf aanspreken met de Griekse naam Jason. Zo werden de Joden steeds verder los geweekt van hun identiteit. Vooral de orthodoxen hadden het zwaar, want die wilden dit niet. Hun wetboeken werden verbrand en de tempel in Jeruzalem werd ernstig geschonden.

In de jaren 175-164 voor de gangbare jaartelling kwam Antiochus IV Epifanes in beeld, hij voerde oorlog tegen Ptolemeüs. Hij had een groot leger met olifanten, wapens, wagens, ruiters en een vloot. Hij voerde werkelijk een schrikbewind en trok op naar Jeruzalem en nam het in. Het was tot een dieptepunt gekomen, hij offerde zelfs varkens tijdens de Tempeldienst. In die dagen stond Mattathias, een priester op in de stad Modin. Hij had vijf zonen, één daarvan Judas, die genaamd was Makkabeeër. Mattathias startte een volksopstand met de woorden “Een ieder die ijvert voor de wet, en het verbond vasthoudt, die gaat uit achter mij”. Toen hij stierf nam zijn zoon Judas de fakkel over en vergaarde zich een groot leger om uiteindelijk Jeruzalem weer in handen te krijgen en om de tempel weer in ere te herstellen. En zo gebeurde het, door een zeer bloedige strijd heen. Toen ze de stad en de tempel eenmaal weer in handen hadden, begonnen ze deze weer te reinigen. De kandelaar moest ook weer branden, want de verordening was dat hij eeuwig zou branden.
Leviticus 24:1-4 “De HEERE sprak tot Mozes: Gebied de Israëlieten dat zij zuivere olie, uit gestoten olijven, naar u toe brengen voor het licht, om voortdurend een lamp te laten branden. Aäron moet die voor het aangezicht van de HEERE voortdurend verzorgen, van de avond tot de volgende morgen, aan de buitenkant van het voorhangsel van de getuigenis in de tent van ontmoeting. Het is een eeuwige verordening, al uw generaties door. Op de kandelaar van zuiver goud moet hij de lampen voor het aangezicht van de HEERE voortdurend verzorgen.” 

In de Talmoed staat vermeld dat de kandelaar aangemaakt moest worden met speciale olie. Gelukkig vond iemand nog één kruikje met het priesterlijke zegel erop, maar dat kruikje was precies genoeg voor één dag. De reiniging van de olie zou echter acht dagen duren. Maar de lamp bleef branden, acht dagen lang, op dat ene kruikje. Er was genoeg tijd om nieuwe gewijde olie te maken.  In het boek van de Makkabeeën is dit verhaal niet terug te vinden, wel de reden dat het feest acht dagen duurde. Dat was omdat het eigenlijk een uitgesteld loofhuttenfeest was, dat niet gevierd kon worden vanwege de verontreinigde tempel.

De tempel werd ingewijd en dit wordt jaarlijks, op 25 Kislev, herdacht door het aansteken van de Chanoekia. De Chanoekia lijkt op een Menora, maar heeft acht + één armen, de Menora heeft er zeven. Er worden allerlei modellen gemaakt, variërend van een prachtige zilveren kandelaar, tot een houten bakje met negen waxinelichtjes erin. Het extra lampje/kaarsje wordt ook wel de sjamasj genoemd. Het betekent de dienaar. De kaarsen worden aangestoken met deze dienaar.   

Ook in dit feest zitten prachtige Messiaanse verwijzingen. Dit feest herinnert ons eraan dat ons lichaam (als tempel) gereinigd met worden en rein moet blijven. Verder mag Zijn licht in ons leven schijnen, naar de menen om ons heen.  Het is niet te bewijzen dat Jesjoea dit feest vierde. Het is wel veelzeggend dat Hij tijdens dit feest in de tempel te vinden was. Ook daar openbaarde Hij zichzelf en sprak over Zijn leiderschap en Zijn herderschap. Hij is het licht voor deze wereld en is de dienaar.  

Het feest valt in onze decembermaand. Dat maakt het een fijn feest voor de toch wel moeilijke decembermaand, vanwege het (van oorsprong heidense) kerstfeest, dat centraal staat in onze samenleving. Zeker voor de kinderen, omdat op school en in de wereld om hen heen veel aandacht wordt gegeven aan Sinterklaas en kerst, dat maakt deze periode extra moeilijk voor hen.  Het Chanoeka feest staat voor licht in de duisternis. We vieren Chanoeka als gemeente ook. We doen dit thuis, waar we de kandelaar aansteken en laten zien aan onze buren dat we het licht laten ontbranden (ook in ons hart) en in de samenkomst. Bij de Sabbatschool besteden we er ook aandacht aan. Vaak doen we een extra activiteit in die week.  Er worden door de verschillende Joodse gemeenschappen vaak openbare Chanoeka bijeenkomsten gevierd. Het is fijn om daar heen te gaan en te laten zien dat we achter hen staan.  

Agenda

Bekijk de invulling van de komende samenkomsten (en de activiteiten rondom de feesten).

Feesten

icoon shofarHier komt u meer te weten over wat de Bijbelse feesten te zeggen hebben en hoe we invulling daaraan geven als gemeente.

Preken terugluisteren

icoon prekenLuister de preken en parasja's terug die de afgelopen tijd zijn gehouden in de gemeente.